Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RDEGE0212_0212_29798 - Duivel roept zijn mededuivels ter hulp

Een sage (mondeling), 1952

Hoofdtekst

Duivel rjoept zijn mededuivels ter hulp.Der was nen ouwen die bij ons werktege en den dienen hê ‘k nog horen vertellen:In Opbrakel was ter enen die bij nen boer werktege en ’t scheen dat ievan alles koest, dat ie mee den duvel omgink.En ie zou geren naar de jaarmart ’t Houtem gegaan hên en dienen boer zei tegen hem dat ie dat nie en moest doen, dat en ie zwart vandoen hâ, dat zijn partije mes moest gebreiën werren.En ie (nl. de knecht) vrief of ie tans most gaan, as de partije mes gebreiën was.“Ja, zei ’t ie (nl. de boer), tans meugde gaan.”“Awel, ’t zal gaan rap gedaan zijn.”Ie gaat naar die partije mes, ie steekt zijne riek in den eersten hoop:“Ik de mijnenEn elk de zijnen!”En de partije was gebreid!

Beschrijving

In Opbrakel woonde een man die bij een boer werkte en die met de duivel omging. De man wilde naar de jaarmarkt in Houtem gaan, maar hij mocht pas vertrekken wanneer het veld was bemest. De man ging naar het veld, stak zijn mestvork in een hoopje mest en zei: "Ik de mijne en elk de zijne". Daarna was het hele veld in een mum van tijd bemest.

Bron

R. De Geeter, Gent, 1952

Commentaar

3.1 Duivels
oost-vlaams (zuiden)
224
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Rozebeke    Rozebeke   

Plaats van Handelen

Opbrakel    Opbrakel   

Houtem    Houtem