Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0073_0074_20805

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

Up Tjoenkershovenmeulen wos er èn hofsteê wor dat er e schaper wos. Enne ging nor de meulenare enne vroeg otten wilde drie zakken graan malen. En de meulenare zei: "’t Waait niet." De schaper zei: "Ga mor nor de meulenwol, ’t waait dor schone." En inderdaad ’t woei dor. De meulenare zeilde de meulen enne liet de meulen in gang gon en ze maalden drie zakken meel en toen viel de meulen were stille. De meulenare zei tegen de schaper: "Je zijt gij toch e beeste van e vint, de bakkers èn geen meel om brood te bakken en je lat mij niet verder malen. Je zoe me toch beter duusd kilo graan laten malen." "Zijt je gereed", vroeg de schaper, en de meulenare maalde duusd kilo graan en ol d’andre meulens in den omtrek verroerden niet.

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Op de Tjoenkershovemolen werkte een schaapherder. Op een dag vroeg de schaapherder aan de molenaar of hij drie zakken graan wilde gaan malen. "Er is geen wind", antwoordde de molenaar, waarop de schaapherder zei: "Ga toch maar, bij de molen waait het hard". De molenaar ging naar de molen en maalde drie zakken graan. Toen dat was gebeurd, viel de molen weer stil omdat er geen wind was. Daarna sprak de molenaar tot de schaapherder: "Je zou mij beter meteen duizend kilo graan laten malen, want de bakkers uit het dorp hebben geen bloem om brood te bakken!" Daarna kon de molenaar duizend kilo graan malen, hoewel de andere molens uit het dorp niet werkten.

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
28O
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Tjoenkershovemolen    Tjoenkershovemolen   

Duitse schaper    Duitse schaper   

Naam Locatie in Tekst

Klerken    Klerken