Hoofdtekst
Van den eeuwige jager ‘k hè daar nog van gehoord van Petje Verhaeghe. Je was t’ie alten vroeg ’s nachts ip gang en je zei dat ie hem dikkels hoorde in de lucht. En da was ne vent die entwaar (ergens) entwat (iets) gedaan had en je moeste eeuwig blijven jagen, maar je vloog deur de lucht en je riep heel tijd maar da zal wel de roep van n’een uil geweest hèn.Da moet lijk azo entwaar een vertellinge zijn lijk van de wandelende Jood.
Onderwerp
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
Een man hoorde 's nachts altijd de eeuwige jager in de lucht roepen. Dat was een man die iets misdaan had en daarom eeuwig moest blijven jagen. Wellicht was het geluid gewoon de roep van een uil. Het verhaal van de eeuwige jager is te vergelijken met de verhalen over de wandelende Jood.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (o van houtland)
69
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ruddervoorde