Hoofdtekst
De auvelemenkes die in Ophoven en Geistingen gewoond hebben, waren gein gooi. Ze deden niks als de mensen den duvel aandoen en bovendien waren het dieven. Als ne boer es get vergat binnen te doen, dan kost ie er zeker van zijn dat het 's morgens verdwenen was en wat ze er mee deden, wist niemand, want zelf kosten ze er toch neet met werken.
Beschrijving
De alvermannetjes die in Ophoven en in Geistingen woonden, waren kwaadaardig. Wanneer een boer 's nachts zijn gereedschap buiten liet staan, was het 's ochtends weg. Wat de alvermannetjes met dat gestolen gereedschap deden, was niet duidelijk, want ze konden er zelf toch niet mee werken.
Bron
T. Daniëls, Leuven, 1965
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (weert en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ophoven   
Plaats van Handelen
Geistingen   
Ophoven