Hoofdtekst
39 Moeder hier, mijn moeder wùr - en de meesteres, die liepen ook weerwolf. Die gingen van Ellich, gingen ze op de Zevenweg aan met een lantaarn. Ja, en dan had ze hem onder haar ‘sjùttel’ (= voorschoot) en dan trok ze hem eronder uit. En zo maakten die grimassen. Dan hadden ze (= anderen) de weerwolf gezien en het was moeder en de oude meesteres. I Dat vertelden ze voor te lachen, dan?39 Ja.
Beschrijving
Twee vrouwen gingen met een lantaarn onder hun schort van Ellich naar de Zevenweg. De mensen dachten dan dat ze de weerwolf hadden gezien.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (groot-riemst)
39E 520
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlijtingen