Hoofdtekst
Der kwaamt e kir e roendlopere up ’t hof. De boer was sjuste an ’t keren (karnen). Je wildet ie nietent kopen van die vint. Die roendlopere makte hem dul (kwaad) en zei: "èwel, kèèrt en bluuft keren!" En de melk gerochte toch nie gekèèrd ee!
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een boer was boter aan het karnen toen er een leurder langskwam. Omdat de boer weigerde iets te kopen, riep de leurder: "Blijf maar karnen!" Die dag slaagde de boer er niet in boter te karnen.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
23.1
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ettelgem