Hoofdtekst
Bram, die reiziger is in grutterswaren, komt in een klein dorpje bij mijnheer Jansen die een kruidenierswinkel heeft en kijkt verbaasd de winkel rond. De hele winkel staat van onder tot boven vol met zakken zout.
Bram weet niet wat ie ziet en vraagt de kruidenier: 'Mijnheer Jansen... verkoopt u zoveel zout?'
'Helemaal niet,' antwoordt deze met een ongelukkig gezicht. 'Maar Moos, die de vorige week bij me was, die verkoopt veel zout.'
(Via email vanuit Amsterdam verzonden op 8 september 1999)
Bram weet niet wat ie ziet en vraagt de kruidenier: 'Mijnheer Jansen... verkoopt u zoveel zout?'
'Helemaal niet,' antwoordt deze met een ongelukkig gezicht. 'Maar Moos, die de vorige week bij me was, die verkoopt veel zout.'
(Via email vanuit Amsterdam verzonden op 8 september 1999)
Beschrijving
Vertegenwoordiger Bram ziet een kruidenierszaak vol staan met zakken zout. De kruidenier verkoopt nauwelijks zout, maar vertegenwoordiger Moos heeft ze wel goed verkocht.
Bron
email doorgestuurd op 8-9-1999
Commentaar
8 september 1999
Naam Overig in Tekst
Bram   
Jansen   
Moos [Jood]   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20