Hoofdtekst
Een juffrouw, die beroepshalve bij de weg naar Den Haag staat te liften, krijgt geen klanten. Inmiddels is het al twee uur 's nachts geworden en daar ze toch geen kans meer ziet om haar 'rijdend beroep met liggende accommodatie' lucratief te maken, besluit ze maar het motel binnen te stappen en daar te blijven overnachten.
'Ken ik hier slape?' vraagt ze de portier.
Deze kijkt argwanend naar het bekende type vrouw en zegt: 'Natuurlijk, maar ik moet u officieel inschrijven.'
'Me sorg,' zegt ze, 'ik betaal toch.'
'Hoe is uw naam?' vraagt de man.
'Marietje Jansen.'
'Geboren?'
'12 april '42 in de Haag.'
'Beroep?'
Zonder met haar ogen te knipperen zegt ze: 'Ik ben een moer.'
'Een moer?' herhaalt de portier. 'Wat is een moer?'
Minachtend kijkt ze naar de man en stelt hem de wedervraag: 'Wat is een motel?'
(Via email vanuit Amsterdam verzonden op 8 september 1999)
'Ken ik hier slape?' vraagt ze de portier.
Deze kijkt argwanend naar het bekende type vrouw en zegt: 'Natuurlijk, maar ik moet u officieel inschrijven.'
'Me sorg,' zegt ze, 'ik betaal toch.'
'Hoe is uw naam?' vraagt de man.
'Marietje Jansen.'
'Geboren?'
'12 april '42 in de Haag.'
'Beroep?'
Zonder met haar ogen te knipperen zegt ze: 'Ik ben een moer.'
'Een moer?' herhaalt de portier. 'Wat is een moer?'
Minachtend kijkt ze naar de man en stelt hem de wedervraag: 'Wat is een motel?'
(Via email vanuit Amsterdam verzonden op 8 september 1999)
Beschrijving
Een prostituée wil overnachten in een motel. Als beroep geeft zij 'moer' op.
Bron
email doorgestuurd op 8-9-1999
Commentaar
8 september 1999
Naam Overig in Tekst
Marietje Jansen   
Naam Locatie in Tekst
Den Haag   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20