Hoofdtekst
Beschrijving
In Molenstede stond een boerderij die behekst was. Op een dag gaf een heksenmeester de mensen de raad om hun dieren achterstevoren in de stal te zetten en om zalf aan de dieren van de poten te smeren. Een andere keer moesten de mensen sap van een rodekool drinken of moesten ze allemaal knielen, zodat de heksenmeester hen van het kwaad zou verlossen. Een tijdje later kwam de heksenmeester weer en zei: "De geest zal hier verschijnen om het kwaad ongedaan te maken. Jullie moeten alle kasten en lades leegmaken". Daarna ging de heksenmeester binnen in de boerderij en stak alles wat zijn hart begeerde, in zijn zakken. Toen hij buitenkwam, werd hij echter flink afgeranseld omdat de mensen begrepen wat er aan de hand was. Op een dag had de heksenmeester ook gezegd: "De eerste persoon die jullie morgen tegenkomen, is de heks". Maar de eerste persoon die de mensen de volgende dag zagen, was een kruisheer!
Bron
M. Houtmeyers, Leuven, 1957
Commentaar
2.2 Tovenaars
brabants (diest en omstreken)
286
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zelem   
Plaats van Handelen
Molenstede