Hoofdtekst
Do[l]fke Baptist die ging op ne morgen hoekenoten oprapen. Die had zo ne grote noteboom achter zijn huis staan. En hij vond daar een schoon meske. Nen tijd daarna was hij in Hasselt en ging in ne café zijn boterhammen opeten en hij gebruikte dat meske om zijn boterhammen door te snijden en op ne keer zegt daar een vrommes: "Zeg boer, hoe zijt ge aan dat meske gekomen?" Dolfke zei dat hij dat gevonden had. Toen vroeg dat vroomes: "Waar woont ge?" En Dolfke zei: "In Boekt." "Dan weet ik waar ge dat meske gevonden hebt. ik heb dat meske verloren onder ne hoekenotenboom." Dat was een vrommes van Rekhoven.
Beschrijving
Dofke B.ging op een ochtend okkernoten rapen. Onder de notenboom achter zijn huis vond Dofke een mooi mesje. Later op de dag ging de man zijn boterhammen opeten in een café in Hasselt. Toen Dofke het mesje bovenhaalde, sprak een vrouw uit Rekhoven: "Zeg boer, hoe ben jij aan dat mesje gekomen? Ik ben dat mesje kwijtgeraakt onder een notenboom in Boekt!"
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tussen hasselt en beringen)
303
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Dofke B.   
Naam Locatie in Tekst
Zolder   
Plaats van Handelen
Hasselt   
Rekhoven   
Boekt