Hoofdtekst
Duitsche schapers, de die kunden vele toeren. ’t Was een duitschen schaper die de schapen wachtte niet verre van een herberge en hij ging een druppel vragen in d’herberge en als ‘n ’t in zijn hand pakte ’t was vervrozen. En hij vroeg een tweeden druppel en hij sneed daar schone rond ’t glas in ’t ijs en hij ging vors en een beetje derachter ’t was een oud wuf, een toveresse, daar uit ’t ronde de kele overgesneen. En den schaper was de meester natuurlijk.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een Duitse schaper die zijn schapen aan het hoeden was, ging in een nabijgelegen herberg een borrel vragen. Nog vóór de schaper had kunnen drinken, was de drank bevroren in het glas. De herder vroeg een tweede borrel, waarmee precies hetzelfde gebeurde. Deze keer sneed de schaapherder met zijn mes in het ijs. Door dat te doen, sneed de Duitse schaper een oude vrouw in de herberg de keel over. Die vrouw was een toveres.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
389
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Beveren