Hoofdtekst
Dat woor een koppel wat nog niet lang getrouwd woor in Lanaken; misschien vier maand. Dat woor (was) altijd een flink meisje geweest en nu gong het achteruit. En 't meisje kos geen rust meer vinden en niks holp (hielp) daaraan. Toen hebben ze ene pater gehaald. Die heeft 't huis ingezegden en zei: 'Ger (ge) moet die matras verbranden.' En toen zat de matras vol rattensted (rattenstaarten).
Beschrijving
Een pasgetrouwde vrouw uit Lanaken liet een pater komen omdat haar gezondheidstoestand drastisch verslechterde. De pater kwam het huis zegenen en raadde de vrouw aan om haar matras te verbranden. De matras zat vol rattenstaarten.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
313
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eigenbilzen   
Plaats van Handelen
Lanaken