Hoofdtekst
Weet je wuk dat mijn moeder nog e keer verteld et? ’t Wos e boerezeune die stierf, die joeng gestorven is. En up e zekere keer ging er een van de meischges nor boven en ze zag etwot zitten en ’t wos precies lik verlucht. Mor ze koste lik niet wel oenderscheiden wuk dat dat wos en ze liep van benauwdheid nor beneên. En o ze were nor boven ging uut kurieusiteit, zei die klaarte: "Je moet niet benauwd zijn. ’t Zit nog twee frank in mijn oedervestebeuze die an trap hangt. Doe dormee e messe doen en ‘k gon nooit meer werekeren."
Onderwerp
SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.   
Beschrijving
In een huis waar een boerenzoon jong was gestorven, ging één van de meisjes naar boven. Omdat het meisje een vreemd lichtschijnsel zag, ging ze bang weer naar beneden. Toen het meisje een tijdje later nieuwsgierig terug naar boven ging, sprak het licht: "Je hoeft niet bang te zijn. Er zit nog twee frank in mijn jas die aan de trap hangt. Als je daarmee een mis laat doen, dan zal ik nooit meer terugkeren."
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (vrijbos)
97B
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Woumen