Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WJACK0319_0319_5920 - Het manneke in het veld tovert het leger

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Weet ge hoe ich eens aankwam. Ich woor nog maar een jong manneke en ich hoedde de koeien in 't veld op Gellik aan. Op ene zondag dacht ich: 'Ich ga eens tot aan 't kapelleke' en do zat zo'n manneke met een baardje. 'n Heel lelijk ding, dat gong met de want (mand met 2 oren, dient om 't zaad van klaver te zuiveren van 't kaf) rond. 't Leerde mech van alles voor muizen en ratten weg te doen en mussen. En toen zei het: 'Wat ene kerktoren is dat do?' Ik zei: 'Gellik' - 'En die do?' 'Wèzet'. En toen zei het: 'Als ich nu wil dan zieste volk zoveelste (ge) maar wils, voetvolk en ander volk. Als ge voor mijn linkerschouwder weg kijkt dan ziet ge van alle volk, paardenvolk en voetvolk.' Maar ich zei dat ich terug naar mijn koeien moest gaan zien. Ich was bang, ich dacht dat hij betoverd was. Dat is echt gebeurd.

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Een jongen die de koeien aan het hoeden was, besloot even naar het kapelletje te gaan omdat het zondag was. Bij de kapel zat een lelijke oude man die de jongen leerde hoe hij muizen, ratten en mussen kon verjagen. Toen de man beweerde dat hij ook een leger soldaten kon toveren, ging de jongen snel terug naar zijn koeien.

Bron

W. Jackers, Leuven, 1958

Commentaar

2.2 Tovenaars
limburgs (bilzen)
440
memoraat

Naam Locatie in Tekst

Mopertingen    Mopertingen