OMATT0248_0249_18817 - De duivel verschijnt als haas en een man verhangt zich aan een haveren strohalm.

Bruyckere verteldige dat hij ne keer destige (dorste) mee nen boer en d’er waren d’er daar nog andre ook, maar ze waren maar mee tween die destigen. En dien enen verteldige daje u kost ophangen mee een havren stroot. Ze lachtigen allemale. "Da zoe’k (zou ik) nog wel ne keer willen zien", zei dien enen. En hij probeerdige’t. En hij was bezig en al mee ne keer nen haze komt uit de deure en vliegt voorbij, de schuurdeuren stonden open hé, en binst zei dien andren: "Oh wacht ‘k ga den dienen doodslaan…" En hij sloeg d’er naar mee zijnen vlegle (dorsvlegel). En binst was den andren dood. En Bruyckere zei dat da den duvle was die in dienen haze zat en oje de wille het is da genoeg om u op te hangen.

SINSAG 0933 - Begegnung mit dem Teufel, welcher verschiedene Gestalten annimmt.    SINSAG 0933 - Begegnung mit dem Teufel, welcher verschiedene Gestalten annimmt.   

Op een boerderij waar enkele mannen aan het dorsen waren, vertelde iemand dat het mogelijk was om je op te hangen met een strohalm. Omdat de anderen dat niet geloofden, maakte de man een strop met een strohalm en stak zijn hoofd erdoor om te tonen wat hij bedoelde. Opeens liep er een haas rond in de schuur, waardoor de toeschouwers afgeleid waren en met de dorsvlegel naar het dier sloegen. Intussen was de man met zijn hoofd in de strop gestorven. Later vertelde men dat die haas de duivel was geweest.

O. Mattheeuws, Leuven, 1963

3.1 Duivels

west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)

447

fabulaat

Maldegem    Maldegem