Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MNIJS0114_0114_19139

Een sage (mondeling), 1969

Hoofdtekst

De schaper wachtte de schapen. J’aa ze boek loaten liggen. De koeier was do begun in te lezen. ’t Hof zaat vul duveltjes, ol roa mutsjes, gon me zeggen. De menschen liepen achter de schaper. Je las in ze boek voe ze werk te doen geven. Je smeet naalden in d’hoetvumme (houtmijt). Mo z’aan nie ol een en ze gieng nie weg. Ton gooten zoetemelk en kerremelk (karnemelk) t’hope. En da kosten ze nie scheen, en azo gieng ze weg.

Onderwerp

SINSAG 0751 - Der Zauberlehrling.    SINSAG 0751 - Der Zauberlehrling.   

Beschrijving

Een Duitse schaper die zijn schapen aan het hoeden was, had zijn toverboek op de boerderij laten liggen. Tijdens de afwezigheid van de schaapherder begon de koewachter stiekem in het boek te lezen. Even later zat de boerderij vol duiveltjes met rode mutsjes. De mensen gingen snel de Duitse schaper halen om de zaak op te lossen. De schaapherder gooide naalden in een houtmijt. De duiveltjes hadden echter niet allemaal een speld en gingen niet weg. Daarop goot de schaapherder karnemelk bij zoete melk. Omdat de duiveltjes die twee melksoorten niet konden scheiden, gingen ze weg.

Bron

M.-R. Nijsters, Leuven, 1969

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
49.7
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Duitse schaper    Duitse schaper   

Naam Locatie in Tekst

Gistel    Gistel