Hoofdtekst
Enn’e gemoord en gebrand. En z’huzenierden zieder in e cafeejge. Enne ging hij roend met sluutspelden en fikkefakkerie (allerlei onbenulligheden) en blink (schoensmeer) en garen. En ze gingen zieder meest bij boeren wor dat z’e maaltijd aten en wor dat z’olles ofloerden, en wor dat ze peinsden dat er buut wos. Ze beraadslaagden bij nachte en ze gingen ulder slag gon slaan. ’t Woren dor drie vromenschen. Binsten dag gingen z’up verkenninge. Ze mosten zieder helpen met Bakelandt.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Bakelandt heeft veel moorden gepleegd en huizen in brand gestoken. De rovers hielden bijeenkomsten in een café. De meesten onder hen gingen leuren met veiligheidsspelden en schoensmeer om de boerderijen te kunnen bestuderen ter voorbereiding van een inbraak. Bij de bende waren ook drie vrouwen.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
129C
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Woumen