STOP0315_0316_21541
Een sage (mondeling), 1964
Hoofdtekst
En ’t weunde hier in Hooglee e Rozelietje Beuckelaere. ’t Kaam van Lichtervelde. ’t Wos e kleen wuvige. En mijn zusters dochter had e kind. En o ze nor de kerke geweest hadde, dat kind dei niet anders dan schreeuwen. Enne, mijn moeder ging achter de vroedvrouwe en ze visiteerde dat kind. En ’t stoend hier e boom up zijn lichaam. Je zag dor schone de wortels van dien boom en de stam en de krone. En dat wuvige had e keer gezeid tegen mijn zusters meisje: "’k Zal je wel vinden", want z’had ermee gelachen o z’e keer passeerde. En mijn moeder ee dormee nor de paters geweest nor Roeselare. Enne den tram liep dor nog. En ze liep nor de "Meiboom" nor den tram. En o ze dor kaam, Rozalietje Beuckelaere stoend dor ook an "’t Meiboomtje" en ’t ging ook mee met den tram. En oz mijn moeder an de "Saumon" kaam te Roeselare, ze ging of en Rozelietje ging ook of en ze zag het niet meer. ’t Wos ommèkeer weg en teure. En o z’an ’t paterskerkske kaam, Rozelietje stoend dor met zijn handen up zijn gat. En in platse dat mijn moeder nor ’t paterkerkske ging, ze ging nor ’t klooster en ze zei dat tegen den euversten. En j’antwoordde dorup: "Je zult het niet meer zien van o daj butenkomt." En dat wos e wuvige hier van Hooglee en ze zein d’er ollemale ’t tovereschge tegen.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste 
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste 
Beschrijving
In Hooglede woonde een klein vrouwtje dat uit Lichtervelde kwam. Een vrouw die terugkwam van de kerk, maakte zich zorgen omdat haar kindje de hele tijd huilde. De grootmoeder ging de vroedvrouw halen, zodat die het kind kon onderzoeken. Op het lichaam van het kind stond een boom afgebeeld. De moeder van het kindje had op een dag met dat kleine vrouwtje uit Lichtervelde gespot. Daarop had het vrouwtje gezegd: "Ik zal je nog wel weten te vinden!" De grootmoeder ging met het kindje naar de paters van Roeselare. Toen de grootmoeder bij de tramhalte aan ''t Meiboomtje' kwam, zag ze dat het vrouwtje uit Lichtervelde ook in de tram stapte. Toen de grootmoeder bij halte 'Saumon' uitstapte, stapte het vrouwtje ook uit en verdween vervolgens in de massa. De grootmoeder kwam bij het paterskerkje en zag het vrouwtje uit Lichtervelde daar staan. Daarop besloot de grootmoeder naar het klooster te gaan in plaats van naar het paterskerkje. Nadat de grootmoeder alles had verteld aan de overste van het klooster, sprak deze: "Je zal het vrouwtje niet meer zien wanneer je buitenkomt". Zo was het ook.
Dat vrouwtje werd door iedereen 'de toveres' genoemd.
Bron
S. Top, Leuven, 1964S. Top, Leuven, 1964