Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FBECK0291_0291_368 - De huussen

Een sage (mondeling), 1947

Hoofdtekst

De huussen, die kwamen eens het werk doen in een huis waar de man gestorven was en waar de vrouw zat met acht kleine kinderen. Die deden op één nacht meer werk 'als' de man op de hele week, het was een schoenlapper geweest. Maar die vrouw, gelijk alle vrouwen, was nogal nieuwsgierig, ze had gaarne geweten hoe die mannekens dat klaarspeelden zoveel werk te doen. De 'plancher' boven was van dennenhout en daar was een 'kuutje' uitgevallen, wat ge veel hebt in dennenhout. De vrouw was op de zolder met haar oog op dat 'kuutje' gaan liggen om ze af te loeren. Maar de huussen wisten dat en ze gingen in de stoof blazen en toen waren haar ogen heel vol roet en toen zag ze nog niets. Wij hebben een land en ze vertelden dat de huussen daar woonden.De huussen zijn uitgestorven toen de snaps opgekomen is, ze waren aan de drank verslaafd geraakt.

Onderwerp

SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)    SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   

SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden    SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden   

Beschrijving

Een weduwe met acht kleine kinderen liet haar werk vaak 's nachts door de alvermannetjes doen. De vrouw was echter zo nieuwsgierig dat ze de alvermannetjes op een nacht heeft bespied door het plafond. De dwergjes hadden het echter in de gaten gekregen. Ze bliezen in de kachel zodat de ogen van de vrouw vol roet vlogen en ze niets meer kon zien.
De alvermannetjes zijn uitgestorven toen de schnaps werd uitgevonden; ze raakten namelijk allemaal verslaafd aan alcohol.

Bron

F. Beckers, Leuven, 1947

Commentaar

1.2 Aardgeesten
zuid-limburgs
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Borgloon    Borgloon