GVERD0099_0100_11495 - Middeltjes tegen de zwarte hand

G: En daar was dan niks tegen te doen, tegen die zwarte hand? Of was dat nog…M: Ja, daar waren wel middeltjes hé. Euh, het huis laten wijden, dat deden ze wel hé?Ma: Ja. Het ging zover dat ne bezem, kent ge dat ne bezem?G: JaMa: Als ge dat voor de deur zette, dan kon de heks niet binnen. [onverstaanbaar]. Hé, da’s waar hé?M: Oh, dat wist ik niet, dat van ne bezem. Ma: Ne bezem.M : Ja, een heks op ene bezem, ja. Ma: Ik heb nog ne boek gelezen…[maar geen van beiden wisten nog waar en wanneer ze dat gelezen hebben en ook niet hoe dat boek heette.]G: Maar ge zei juist dat ze het huis lieten wijden?M: Ja dat deden ze altijd. Als ie… als ge een huis bouwde, een nieuw huis maakte of een huis kocht. Dan kwam de pastoor en die kwam dat wijden.G: Maar specifiek tegen heksen dan? Of hoe.M: Dat was toch tegen de slechte hand eigenlijk hé, tegen het slechte eigenlijk hé, die kwam dat wijden, dat wel.

Om zichzelf tegen heksen te beschermen lieten de mensen hun huis wijden of zetten ze een bezem voor de deur.

G. Verdickt, Leuven, 2002

2.1 Heksen

limburgs (zuiden)

ST5

fabulaat

Sint-Truiden    Sint-Truiden