ADEVY0137_0137_15593 - Herkomst van toverboek

Gusten X, dat was een. Hij kuste al dat’n wilde. Als hij speelde met de teerlingen, hij hadde er altijd drie, hij pakte al de menschen’s geld dat ’n wilde, maar ’n gaf het weere. En hij goeng naar den hommelplok en als ze kaarten, hij won altijd.Op een zaterdagavond, ’t was schoon weere. “Zoudt ge durven wedden, dat ge morgennuchtend de kerke niet en vindt”? “Neen ik”, zei ik tegen Gusten. ‘k Ging ze nit vinden! Hij plokte nooit, hij hadde een meesje (meisje) en heur mande was altijd eerst vol. ‘k Vroegen: “Gusten, hoe komt dat, dat je gij nog moet werken”? “’t Komt ervan en ’t gaat er naartoe; je kunt dat ook hebben wè”, zei’n. “Zend 4,75 F naar Parijs, naar de X de Roden Lanterenboek met 888 toeren daarin, ze gaan hem zenden”.Dat bestaat nu niet meer. De menschen vertelden daarvan overtijd.

In Proven woonde een man die alles kon wat hij maar wilde. De man won altijd bij het dobbelspel en bij het kaartspel. Op een zaterdagavond voorspelde de man aan een herbergier dat die de volgende ochtend de kerk niet zou vinden. Zo was het ook.
Hoewel de schaapherder zelf nooit hielp met het plukken van vruchten, was de mand van zijn vriendin altijd het eerst vol. Op een dag vroeg iemand aan de man: "Hoe komt het eigenlijk dat jij nog moet werken?", waarop de man antwoordde: "Het komt ervan en het gaat er terug naartoe! Jij kan ook een toverboek krijgen als je 4,75 BEF opstuurt naar Parijs met 888 toeren (?)".

A.-M. Devynck, Leuven, 1965

2.3 Toverboeken

west-vlaams (franse grens)

393

memoraat

Proven    Proven   

Proven    Proven   

Parijs    Parijs