Hoofdtekst
Driek Flip, die woonde daar aan Bert Kwanten en die had e paard en die kon dat paard nie getemd krijgen. En dat was wel kurieus maar dat had hij van als Trien G. daar op 'e stal geweest was. Ze komt er mij niemeer in, zei Drik, maar de pastoor is toch moeten komen om 't te overlezen.
Beschrijving
Het paard van Driek F. werd altijd wild wanneer Trien G. in de stal was geweest. Uiteindelijk moest de pastoor de stal komen overlezen.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (noord-west)
171
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Driek F.   
Trien G.   
Naam Locatie in Tekst
Sint-Huibrechts-Lille