Hoofdtekst
Toen os aars nog in Wellen op een grote winning weunden, moes os maa altaid kaffée brengen ne 't veld. Doveur moes ze langs de Bonderkaul gun mais ze doarde ter nie langs gun want do woaren de bokkrijers verbjand geweunnen. En do zweefde nog altaid de geisten van dai bokkerijers, woa de minsen nog veul koad kosten dun. Doveur kokte os maa altaid nen umwèèg.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
Een vrouw maakte altijd een omweg omdat ze niet voorbij de Bonderkuil wilde komen. Daar dwaalden immers de geesten rond van de bokkenrijders die daar waren verbrand.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (borgloon)
131
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gotem   
Plaats van Handelen
Bonderkuil (Wellen)