Hoofdtekst
I -En kent ge hier in de buurt zo plaatsen waar dat de mensen zeiden daar spookt het daar moet ge niet voorbijgaan als ‘t donker is.II -Op Sint - Goriks hier dan (dat) ze zeiden, daar moet ge niet voorbijgaan aan dat hof of die plaatse ...23 L -Nee, daar weet ik niet van, juist dat ze schou waren van Ûge hé op de Dries, d’er was daar een, haren gebuur, hij mocht thuiskomen wanneer hij wilde, gelijk al (langs) welke kant ze wist hem te zeggen wanneer hij thuisgekomen was, zei hij:”Ûge ik heb altijd horen zeggen dat ge iets kon, maar ik zou het moeten gaan geloven ook!” zeit hij “Hoe kunt gij dat weten ik ben nu al daar mijn boomgaard afgegaan en al daar af” zei hij. Hij wist het ze (dat ze hem in het oog hield) ...(onduidelijk) ze wist het ook.II -Langs zijn achterdeur?23 -Ja.II -En ze wist het om die ure (uur) thuisgekomen en al achter binnen.
Beschrijving
In Sint-Goriks-Oudenhove woonde een vrouw die vreemd genoeg altijd precies wist te vertellen om hoe laat haar buurman was thuisgekomen.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (groot-zottegem)
23L
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Goriks-Oudenhove   
Plaats van Handelen
Sint-Goriks-Oudenhove