Hoofdtekst
I Vroeger vertelden ze zeker veel ‘zoage’, zoals ze zeggen, over heksen en spoken en zo en weervolven?13 Nee. Dat heb ik niet meer gehoord.I Nee?13 Ik heb dat niet meer gehoord.I Was dat niet meer van… Ik hoor van andere ‘läöi’ zo’n beetje van: ze geloofden daar niet meer in, maar ze zeiden wel als ze een oud vrouwke zagen: "Och, dat is een heks. Pas maar op."13 Ja, weet ge, ik heb deze week iemand gezien: zwart en ze had haar haren neven haar gezicht hangen, ongewassen en een kleed tot op de grond van voor. En toen dacht ik wel: "Dat is juist een heks van vroeger," dacht ik in m’n eigen. Zoals je zo in de fabeltjes, in de boeken en zo las je dat dikwijls van heksen. Dat zul je nu misschien nog wel hebben. En toen dacht ik: "Dé," dacht ik, "dat is nog eens juist een heks van vroeger," dacht ik in m’n eigen. Ze hebben ons nooit bang gemaakt met niks niet. Dat moet ik niet zeggen. Nee, en van spoken … Vroeger hoorde je wel niet zo van inbraken. Dat was niet vroeger. Je was op één manier geruster. Nu zijn de mensen meer op hun ongemak door de inbraken en door de misdaden.
Beschrijving
Vuile vrouwen die een lang zwart kleed droegen, werden vaak voor heks aanzien.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
13B 266
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Riemst