Hoofdtekst
Die ik ken die is lang dood. Da was een halfzuster van mijn vader. Die woonde in Groot-Vorst. Die woonde mee twee in een huis. Da huis is nu half afgebroke. Do hemme wij gewoond vrugger, do ware twee huize en do woonde die ook. Ma dan de ene nacht dan vloge de hinne vanne pulder af. En de andere nacht dan trokke de koeie los. En de andere nacht zate de katte oppe zolder te loere en dan kwam er bij mij een kat op ’t bed zitte en dan zat ik op mijn knieë in bed. Ik zei "ge moet ze ma schiete". Ma ze hadde gezee da ze do niks kosse aan doen. Dan lag mijn moeder te woele in bed en ze pakte dan kussens en draaide die rond. Zoewe lag die tot ’s morgens. Toen kwam er ene zegge "gelle moet eens gaan". Jo, mijne nonkel dieje ging toen no Tongel. Toen kwam da vremmes vrage wo dieje no toe was. Toen as hij in Tongel was vroege de paters van alles. En hij vertelde dat die vra mee de vinger in een jat (tas) roerde. Toen daarna is die nemieje gekome want ik had heiligdom en ze kos nemieje binne. Toen hemme we gelijk gebid.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
In Vorst stond een huis dat behekst was. 's Nachts werden de koeien losgemaakt of vlogen de kippen van hun stok. Op een nacht zaten op de zolder allemaal katten te kijken. Toen Jo naar de paters van Tongerlo ging, kreeg hij heiligdom, waardoor de heks niet meer binnen kon.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (grensgebied kempen-hageland)
540
memoraat
Naam Overig in Tekst
Jo   
Tongerlo (paters van)   
paters van Tongerlo   
Naam Locatie in Tekst
Tessenderlo   
Plaats van Handelen
Tongerlo