Hoofdtekst
Tusschen den Koekuyt en ’t Dryveld, mijn maat en ik waren op roete, en op ’t enegare me zien een doodkeerse, ze kam van Steenvoorde en ze doolde en mijn maat zei: “’k Gaan wingen (wenken) derop”. Maar ‘k zei dat’n niet en mochte. En dat keersje heeft weeregekeerd van alwaar dat het gekommen hadde.
Beschrijving
Twee mannen die van de Koekuyt naar het Dryveld gingen, zagen onderweg een doodkaars uit de richting van Steenvoorde komen. Eén van de mannen wilde wenken naar het lichtje, maar de andere verbood het hem. De doodkaars ging terug vanwaar ze gekomen was.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (franse grens)
40
memoraat
Naam Overig in Tekst
Koekuyt (Houtkerke)   
Dryveld (Houtkerke)   
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke   
Plaats van Handelen
Koekuyt (Houtkerke)   
Dryveld (Houtkerke)