Hoofdtekst
En mijn moeder haar zuster, hein, die stond in ene loopwagel (= looprek) wa ze vroeger had, en doa komt ook een in - en dat kind had e klein krögske (= kraagje), wa die klein kingerkes zo aande(d)en - en die komt, die was gewend in het huis te komen, en die he(ef)t het kind vas(t) gehad, op zijnen achsel (= oksel) of iet zeker, wor! en het kind, dat was heel kreupel wonne (= geworden). En toen was dat een van die aa lui van Kelles, het kind kègde (= schreeuwde) de helen tijd. En toen he(ef)t hij ze gehaald en hij ze(g)t: 'wa'ste hier aan dat kind gedaan hebs, dat moeste (= moet ge) vergoeien, zeiter wor, want anders houw ich tich de kop in tweeën.' En ze gaat het vergoeien en het kind was goed.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
In Millen kwam een vrouw van de familie K. op bezoek bij mensen die een klein kind hadden. Omdat de vrouw het kleine meisje had vastgenomen, was het arme kind kreupel geworden. Het kindje huilde de hele tijd. Uiteindelijk heeft de vader de heks terug laten komen en gezegd: "Het kwaad dat je hier hebt aangericht, moet je weer ongedaan maken. Als je dat niet doet, dan hak ik je hoofd in twee". Daarop maakte de heks het kind weer gezond.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
649
Tante van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Millen   
Plaats van Handelen
Millen