Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ADEVY0085_0085_15454 - Verdwaalden vinden weg terug

Een sage (mondeling), 1965

Hoofdtekst

Als ze verdolen, ze raken al thuis. Ik en mijn broere me goengen naar Charel Hannes achter een trape (val) voor een fichouw (fluwijn) te vangen en me wisten dat het daar een beetje aardig was, en me mosten djuste dweerschen (oversteken), en bij dat me wieder goengen of niet goengen, ‘k geloven dat me ossan even verre waren. En als me alzo een paar keren rondgewandeld hadden, me zagen niet, absoluut niet, noch boom, noch huis, noch hage, noch tak, noch stok, noch niet. En me wisten dat me ’t al kosten zien. En me rochten bij een wee (wei) die afgestakiet (afgezet met staketsels) was met draad en me wisten dat die weere naar ’t hof lief en dat ’t hof langs een gravé (keizelweg) stoeg en ‘k zeggen: “Kamiel, me gaan nu aaletwee ossan goed mekaars hand vasthouden”. En als me alzo een 50 meter van ’t hof waren me zagen ’t al: boom en huis en hofstee.

Beschrijving

Een man ging samen met zijn broers een val kopen om een bunzing te vangen. Onderweg raakten de mannen verdwaald op een betoverde plaats. Eén van de mannen sprak tot zijn broers: "Laten we nu allen elkaars hand goed vasthouden". Toen ze dat deden, konden ze zich plots weer oriënteren.

Bron

A.-M. Devynck, Leuven, 1965

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (franse grens)
251
memoraat

Naam Locatie in Tekst

Proven    Proven