Hoofdtekst
Grootvader zaliger was slachter (= slager) en 's avonds gingter dek (= dikwijls) zouten. Eens zagter iet da altijd voor hem door trülde (= rollen). Ene zekere keer denkter in zijn eigen 'ich moet toch eens weten wa dat is!' Hij had e gäffelke (= gaffeltje) bo-ter op ging, en het rolde weer voor hem. 'Nu zulste zeggen, wieste bes, anes steek ich tich dood!' (= nu zult ge zeggen wie ge zijt, anders steek ik u dood!) en he zat (= zette ) de riek op hem. Dat was ene weerwolef in ene zak, en dat was zijne beste kameraad.
Onderwerp
SINSAG 0822 - Werwolf getroffen (geschlagen) nimmt wieder menschliche Gestalt an (und ist erlöst oder stirbt).   
Beschrijving
Een slachter die 's avonds het vlees ging zouten, zag onderweg iets vreemds over de grond rollen. Na een tijdje sprak de man: "Nu ga je zeggen wie je bent, want anders steek ik je dood!" Toen de man de vreemde verschijning verwondde met zijn mestvork, bleek het een weerwolf in een zak te zijn; het was zijn beste vriend.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
1001
Grootvader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Nerem