Hoofdtekst
In Egem zei de pastre ip de preekstoel dat d’r alle zundage zeven toveressen an de gevel van La Brunens hier naar huus goengen. Ze kwamen daar tegare tenden (op het uiteinde van) de Knock, en ze zoengen zidre (zij) tegare. Z’hân zidre boeken. Ze kosten ulder boeken weggeven, en ton kosten dedie die ze kregen ook toveren. O ze kleine joengens betoverden, ton hân die joengens de koeke an ’t herte en ze goengen ton gaan dienen.
Beschrijving
De pastoor van Egem zei op de preekstoel dat iedere zondag zeven toveressen bijeenkwamen op de Knock om er te zingen. Die toveressen bezaten boeken. De personen aan wie die toveressen hun boeken gaven, konden ook toveren.
Kinderen die het slachtoffer van die toveressen waren geworden, kregen een hartziekte.
Kinderen die het slachtoffer van die toveressen waren geworden, kregen een hartziekte.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (o van houtland)
264
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zwevezele   
Plaats van Handelen
Egem   
Knock (Egem)