Hoofdtekst
Ja, ‘k heb ook nog vele tegengekomen!‘k Wasse ‘ne keer op ’n boerhof en ’t ging daar ook al dood dat er was, ’t koste geen beeste blijven leven, ze gingen al dood. En ‘k wasse daar, en op ‘ne keer, ze hadden zuuste ’n jong kalf, en ’t was gezond lijk ‘nen bliek, en ommeddekeer, in ’n paar minuten, ’t was doodslecht. En we wilden ’t oppakken – ’n klein kalverke – en we kosten niet! ’t Woog lijk lood, we kosten het met geen middels van de grond krijgen, dus ’t was zeker dat er toverie mee gemoeid was.En den boer kwam dat beu en hij ging naar de paster van Sint-Louis. En de paster zei dat hij voor zuk ’n raar geval geen macht genoeg had, ’t ging boven zijne macht. "Ga’ne keer naar de paster van Otegem", zeid’ie, "den dien kan meer of ikke". En we gingen naar de paster van Otegem. Maar den dien zei ook dat ’t boven zijne macht was en dat we moesten naar Kortrijk gaan, naar de paters van Sint-Michiel.En we gingen naar ‘ne pater en hij zei: "’k En kanne ulder niet helpen, maar ga’ne keer in den laatsten biechtstoel bij die pater, en als den dien ’t niet en kan, kan ’t er niemand dat genezen…" En den boer ging in den biechtstoel en hij zei dat tegen die pater. En hij kwam uit den biechtstoel, maar hij wilde niet zeggen wat dat er gebeurd was. Maar ’t was gedaan met al die rare dingen op ’t hof!
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Op een boerderij stierven alle dieren om een onbekende oorzaak. Op een dag was er een kerngezond kalfje geboren. Enkele minuten later werd het dier echter doodziek. Toen men het kalfje wilde optillen, woog het zo zwaar als lood. Er moest dus wel toverij mee gemoeid zijn.
De boer ging te rade bij de pastoor van Sint-Louis. De pastoor zei echter dat hij voor zulke zaken niet genoeg macht had en zond de boer naar de pastoor van Otegem. Die pastoor zond de boer op zijn beurt naar de paters van Sint-Michiel. Eén van de paters sprak tot de boer: "Ik kan u niet helpen, maar ga eens in de laatste biechtstoel zitten. Als die pater je niet kan helpen, dan kan niemand het". Toen de boer uit de biechtstoel kwam, wilde hij niet vertellen wat er was gebeurd. Maar daarna bleven de dieren op de boerderij allemaal gezond.
De boer ging te rade bij de pastoor van Sint-Louis. De pastoor zei echter dat hij voor zulke zaken niet genoeg macht had en zond de boer naar de pastoor van Otegem. Die pastoor zond de boer op zijn beurt naar de paters van Sint-Michiel. Eén van de paters sprak tot de boer: "Ik kan u niet helpen, maar ga eens in de laatste biechtstoel zitten. Als die pater je niet kan helpen, dan kan niemand het". Toen de boer uit de biechtstoel kwam, wilde hij niet vertellen wat er was gebeurd. Maar daarna bleven de dieren op de boerderij allemaal gezond.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
531
memoraat
Naam Overig in Tekst
paters van SInt-Michiel   
Sint-Michiel (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Deerlijk   
Plaats van Handelen
Otegem   
Sint-Louis