Hoofdtekst
‘k En ik oltijd hoord dat dat e slichte bende, e dievenbende, e moordenaarsbende wos. Enn’ed hij begunnen met e kleintje. Je ging gon kaarten ’s navonds, nu e keer ezo gekleed en ton e keer anders gekleed. En o ze zein: "’k Zoen ik Bakelandt wel pakken" of "’k zoen ik dit of dat doen" ne ging hij toen mee met ulder enne zei: "’k Zijn ik nu Bakelandt. Je gaat gieder mij nu niet pakken, mor ‘k gon ik julder pakken en dood slaan." Enne sloeg ze dood want anders gingten zelve verraân zijn.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De bende van Bakelandt pleegde diefstallen en moorden. Bakelandt ging 's avonds vaak kaarten. Wanneer hij dat deed, vermomde hij zich altijd. Wanneer Bakelandt iemand hoorde zeggen: "Als ik Bakelandt ooit tegenkom, dan zal ik hem eens een lesje leren!", dan maakte hij zich bekend en sloeg die persoon dood.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
150A
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Zarren