Hoofdtekst
In Wolder was ene man die de room in de melkerij afhaalde. Er was nie bekend als ene leugenaar. Die moest de wijsvrouw (vroedvrouw) gaan halen voor z'n eigen dochter en er moest de weg op Krundel langs en wei er terugkoem was er nog alleen, maar aan de Zwarte Lieveheer sprong e katje op zene fiets en er kos niemeer treden. Er stampte no de kat en er gooide de fiets do. 'Dè dan, zei er, als ich dan toch nie de fiets kan treden', maar toen woor 't katje weer van de fiets af. Er dacht: 'Ich kan de fiets toch nie laten liggen en er pakte 'm op en er had zene fiets moeten dragen tot aan z'n deur. Vrieger zegden ze, koste ze nie alleen de wijsvrouw halen. Ze moesten altijd met twee zijn. Dat woer een heks geweest.
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
  
Beschrijving
Een man moest 's avonds de vroedvrouw gaan halen voor zijn dochter. Toen de man terugkwam, sprong er bij de Zwarte Lieve Heer een katje op zijn fiets. Omdat de man daardoor niet meer verder kon rijden, gooide hij zijn fiets neer en stampte naar de kat. Uiteindelijk heeft de man zijn fiets moeten dragen tot hij thuis was. Die kat was een heks.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
412
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Zwarte Lieve Heer   
Naam Locatie in Tekst
Kleine-Spouwen