Hoofdtekst
Hier op 't Hoxent op 'n plaats, dat is nog zo heel lang nie geleden, daar was e kind ziek, dat wou maar niet beteren. Dat was in den tijd dat kaplaan Kardinaals nog hier in Eksel was en die is er toen henne gegaan om 't overlezen. En alle avonden als ze daar waren dan was dat ne wind, ne wind en e slecht weer en op ne keer kwam daar ne rooie vos binnen. En ze hadden allemaal schrik hé: 'Ge moet nie bang zijn, bidt maar' zei de kaplaan, maar wie hij eweg ging was hij zelf zo muug als e paard.
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
  
Beschrijving
Op 't Hoxent had men een ziek kindje dat maar niet wilde genezen. Telkens wanneer kapelaan Kardinaals het kind kwam overlezen, stak er een felle wind op. Toen er op een dag een rode vos binnenkwam, zei de kapelaan: "Je moet niet bang zijn, bid maar!" Die avond ging de kapelaan doodmoe weg.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (noord-west)
155
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eksel   
Plaats van Handelen
Hoxent (Eksel)