Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MVAND0222_0223_33527

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

De kleddens dat waren azo mannen mee een vel aan en mee ketens, die ’s nachts de mensen schouw (bang) maaktegen; maar mijn vader zijn broere heeft ne keer ne kledden gedregen, en hij had hem azo vast – heb ik hem al zijn leven horen zeggen – mee zijn hannen en als ’t hij aan ’t hof kwamp waar dat hij moest binnengaan willegen hij wegscharten, maar hij was machtiger als ’n hij, en hij had hem vast, en hij bleef hem dragen tot als hij in de gang kwamp van ’t huis, en daar moest hij zijn vel uitdoen en hij heeft het uitgedaan en ’t was ne jongen van de geburte! En de schoonste woorden van de wereld gesproken om zijn vel hem willen weer ge geven, dat hij hem nooit nimmer en zou schouw gemaakt hebben. En z’hebben zij hem zijn vel weergegeven, en hij is aangegaan en z’en hebben hem nooit nimmer gezien!

Beschrijving

Kledde was een man die zich met een vel en een ketting had verkleed om voorbijgangers bang te maken. Een man die kledde moest dragen, hield de handen van kledde stevig vast en sleurde hem tot in zijn huis. Daar moest de jongen zijn vel uittrekken, zodat hij ontmaskerd was. De jongen smeekte om zijn vel terug te krijgen. Men heeft hem zijn vel teruggegeven en hij heeft zich nooit meer laten zien.

Bron

M. Van Der Linden, Leuven, 1964

Commentaar

1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (denderstreek)
694
Oom van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Ophasselt    Ophasselt