Hoofdtekst
Ik en Leyssens moesten in Koersel ne kerseboom gaan afdoen. Die boom stond tegen het bakhuis. Dat was daar voor een wijfke die ging in haar bakhuis wonen omdat ze haar huis had verhuurd. Toen we daar kwamen, zei ze: "Mannen, ge moet goed oppassen dat ge mijn bakhuis niet kapot doet, want ik moet daarin wonen." Dat wijfke had zo een heel fijn stemmeke. Toen ging ze op mijn getuig af dat ik tegen het bakhuis had liggen en ze pakte mijn herstel vast en ze zei: "Dat is een fijn herstel, dat moet een goed zijn." Ik en Louis we begonnen te zagen aan die kerseboom. Toen we zo nen tijd gezaagd hadden, zei ik tegen Leyssens: "Ik moet die tak eens afkappen, want anders gaat die het dak meepakken. Ik die boom in en ik kap daar mijn herstel helemaal scheef. Ik liet dat aan Leyssens zien: "Nondedomme, zei Leyssens, dat is straf. Ik zal u het mijn geven." Ik zei: "Ik zal maar doorkappen met het mijn." Toen we die boom afgekapt hadden kwam dat vrouwke eens zien: "Gij zijt toch fijn stielmannen, dat hebt ge fijn gedaan. Kom mee binnen en drinkt een tas koffie." "Nee, nee, zei Louis Leyssens, ik moet geen tas koffie hebben", en die weg en ik heb nog hard moeten lopen om hem in te halen. Dat is echt gebeurd. Ze hadden daar altijd gezegd dat dat een heks was.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Twee mannen moesten in Koersel bij een vrouwtje een kerselaar omzagen. Het vrouwtje ging naar het gereedschap kijken, nam iets vast en zei: "Dat ziet er een goede handbijl uit!" Toen één van de mannen een tak wilde afhakken, sloeg hij de bijl helemaal krom. Na afloop van het karwei zei het vrouwtje: "Dat hebben jullie mooi gedaan! Jullie zijn goede vakmannen! Kom binnen maar een kopje koffie drinken". De mannen weigerden en haastten zich snel naar huis. Er werd verteld dat de vrouw een heks was.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tussen hasselt en beringen)
390
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Heusden   
Plaats van Handelen
Koersel