Hoofdtekst
I En wat zeiden ze van de kwade hand?10 Ah, de zwarte hand. Ja, daar werd niet veel van ‘gekald’ (= gepraat). Maar van de heksen, daar geloofden de ‘läöi’ heel vroeger aan. En met Lichtmis dan kwamen de mannen bijeen (om te) ‘túússe’ (= kaarten). En dan zeiden ze: "De wijven zijn weg, op ‘Roosbùrch’."I Maar dat was niet echt?10 Nee, maar dat werd zo gezegd. Maar die dag (= 2 februari) dan zeiden ze: Ben je gisteren geweest?" Dansen, hé. Op de oude wijven (werd dat gezegd).I Wat geloofden ze nog van heksen? Konden die vliegen of konden die …10 Ja, die konden vliegen. Maar dat werd ‘gemeenlek’ (= gewoonlijk) gezegd op een oud wijf, hé. Die hadden ‘sjùttels’ (= voorschoten) aan tot op hun tenen …
Beschrijving
Wanneer de mannen met Lichtmis bijeenkwamen om de kaarten, zeiden ze: "De vrouwen zijn weg naar Roosburg". Op Roosburg hielden de heksen vergaderingen. Oude vrouwen droegen vaak schorten die tot aan hun tenen reikten. Daarom geloofde men dat heksen konden vliegen.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
10A'' 242
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Lichtmis   
Naam Locatie in Tekst
Zussen   
Plaats van Handelen
Roosburg (Zichen-Zussen-Bolder?)