Hoofdtekst
In de jaren 1886-1900 kwam alhier een vissersvrouw uit Blankenberge met vis leuren. Zij droeg alsdan steeds een mand op de rug. Deze vrouw "Baebe” genaamd was een schrik voor de kinderen en werd aanzien als een "heks”. De ware familienaam van deze vrouw is onbekend. De vrouw in kwestie had in feite met geen hekserij te maken. Zulks werd slechts aan de kinderen door de ouderen verteld alleen met het doel om schrik aan te jagen. Bij het naderen van de vrouw liepen de meeste kinderen dan ook weg. Zolang de vrouw in de gemeente was waren deze kinderen dan ook niet meer op straat te zien.
Aan de "heks Baebe” dient bijgevolg niet geloofd te worden. Op te merken valt dat ook nog in latere tijden bepaalde personen (zoals leurders, voddenkoopmannen) als een "duivel” of "de man met de grote zak voor stoute kinderen” door ouderen aan de kinders werden voorgesteld.
Aan de "heks Baebe” dient bijgevolg niet geloofd te worden. Op te merken valt dat ook nog in latere tijden bepaalde personen (zoals leurders, voddenkoopmannen) als een "duivel” of "de man met de grote zak voor stoute kinderen” door ouderen aan de kinders werden voorgesteld.
Beschrijving
In de jaren 1886-1900 kwam in Blankenberge een vrouw met vis leuren. Men vermoedde dat die vrouw een heks was. Daarom waagde geen enkel kind het bij haar in de buurt te komen. In werkelijkheid had die leurster niets met hekserij te maken. De ouders vertelden enkel zulke verhalen om hun kinderen bang te maken. Mensen zoals leurders of voddenrapers werden vaak met de duivel geassocieerd om kinderen bang te maken.
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (oostkust)
258
1886-1900
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wenduine   
Plaats van Handelen
Blankenberge