Hoofdtekst
Op Piringen af, doa zat ene weerwolef, die viel de minsen aan. Doa ging eens ene man terug thuis, hij had e pintsje gedronken. Weiter (= toen hij) doa aan de baan kwam, komter teruggelopen. 'Ich heb schrik, zeiter, de weerwolef zit doa, hij gaat mich mijn centen afnemen!' Toen hebben we hem met tweeën thuisgedaan, ich en nog enen andere. Mè toen zagen we niks mee! mè we waren met drieën, dan doster (= dorst hij) toch nie aanvallen. Hij had e berevel aan, zei dien ene, mè wei we terugkwamen zagen we ook niks mee.
Onderwerp
SINSAG 0804 - Werwolf nimmt viele Gestalten an.   
Beschrijving
Op de weg naar Piringen zat een weerwolf die de mensen aanviel. Een man die terugkwam van de herberg, schrok zich haast dood toen hij een weerwolf met een berenvel zag. Omdat de man niet verder durfde te gaan, ging hij terug naar de herberg en zei: "Ik ben bang, want daar zit een weerwolf die me mijn geld zal afnemen!" Daarop besloten twee mannen de bangerik naar huis te brengen. Van de weerwolf was toen echter niets meer te bespeuren.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
961
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Piringen