Hoofdtekst
’t Er wunde dor ook e zekere boer Vannieuwenhuyse. Bakelandt en zijn bende staken toen e scheure in brande in den omtrek van Vannieuwenhuyses hof. Ze peinsden dat iedereen van ’t hof ging weggon o ze die scheure gingen zien brannen. ’t Liepen d’er dor inderdaad vele gon kijken en helpen en Bakelandt peinsde toene van zijn slag te slon mor ’t wos nog e sterke knecht up ’t hof gebleven die met zijn vorke achter Bakelandt zat. Dat is ollemale volgens ’t boek. Pee Bruneel zoe gezeid èn tegen Bakelandt "’t Gaat gon lik in de schietinge, namelijk: Pee Bruneel schiet, Bakelandt mak je veerdig."
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Op zekere dag stak de bende van Bakelandt een schuur in brand. De rovers hoopten dat de bewoners van de boerderij zouden weglopen zodra ze zouden zien dat de schuur in brand stond. Op dat moment zou de bende haar slag slaan. De rovers hadden echter niet gezien dat er nog een dappere knecht op de boerderij was gebleven, die met een mestvork achter Bakelandt aan liep.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
9C
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Vannieuwenhuyse   
Baekeland (bende van)   
bende van Baekeland   
Naam Locatie in Tekst
Westrozebeke