GVERD0134_0134_11544 - Weerwolf

J: Ik heb daarstraks van de weerwolven gepraat he, die een contract hadden met de duivel he.G: Ja.J: Er was een jongen, die ging met zijn meisje wandelen. En als dat bepaalde uur kwam, dan moest die…ja, dan werd die door de duivel opgeëist he. En ze kwamen ergens in een holle weg of in een weg, dat moest geen holle weg zijn. En het uur was daar dat zijn gedaante terugkwam van duivel. En hij moest ergens iets gaan kwaad doen en hij zegde tegen zijn meisje: ‘Hier is mijne zakdoek’, zegt hij, ‘als de weerwolf komt, werp hem dat in zijn muil. Dan laat hij u los’. En inderdaad, op een zeker moment, niet lang daarachter kwam de weerwolf op dat meisje toe en dat (meisje) nam die zakdoek (en gooide die in zijn muil). Toen was hij weg. Achteraf kwam die jongen naar zijn meisje en toen had hij een stuk van zijn zakdoek, die had hij tussen zijn tanden. Dat zij zo van die zaken dat ze vroeger vertelden.A: Altijd bij volle maan he. Om twaalf uur. […] en als een weerwolf u bijt, zijt ge ook een weerwolf. Dat is juist gelijk aids nu. Die bracht dat over en dan werdt gij ook weerwolf en dan moest gij ook kunnen mensenbloed hebben. […]J: Dat komt uit de ouwe tijd als (wanneer) de mensen veel schrik hadden, dan zijn er veel zaken gefantaseerd geweest. […]

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Een jongen die bij maanlicht met zijn vriendin aan het wandelen was, sprak om middernacht tot het meisje: "Hier is mijn zakdoek. Als de weerwolf op je af komt, dan moet je dat in zijn muil gooien. Dan zal hij je loslaten". Even later werd het meisje inderdaad benaderd door een weerwolf. Nadat het meisje de zakdoek had gegooid, verdween het beest. Toen de jongen weer tevoorschijn kwam, had hij de vezels van de zakdoek nog tussen zijn tanden.
Wie door een weerwolf werd gebeten, werd zelf ook een weerwolf.

G. Verdickt, Leuven, 2002

1.6 Weerwolven

limburgs (zuiden)

V25

fabulaat

Voort    Voort