Hoofdtekst
’t Was hier ’n vrouwmens die ol lange doô was, maar olle nachtende zat z’ip heur zulle (drempel). Z’hân de paster derbij g’haald, en ie zei: "In Gods name, waaromme kom je?" "’t Zit wat onder mijn zulle", zei ze. Binst den dag, ze gingen gaan kijken en ol heur cens zaten begraven deronder. En os ze z’utg’haald hân, ze ’n hè nooi meer weregekeerd.
Onderwerp
SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.   
Beschrijving
Een vrouw die al lang dood was, zat iedere avond op de dorpel van haar huis in Kuurne. De pastoor vroeg aan het spook: "In Gods naam, waarom kom je?", waarop het spook antwoordde: "Er zit iets onder mijn dorpel". Toen men overdag ging kijken, stelde men vast dat al het geld van de vrouw onder de dorpel begraven lag. Nadat men dat geld had weggenomen, is het spook niet meer teruggekeerd.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
136
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kuurne   
Plaats van Handelen
Kuurne