Hoofdtekst
Mij(n) broer was ene weerwolef tegengekomen in een hol(le) straat. Hij maakte hem kloek en houwde hem. Toen kwamen de weerwölef allemaal af, zeiter, en toen was mijnen tijd gewees(t), zeiter. Zo e gevèch.
Beschrijving
Een man kwam in een holle weg een weerwolf tegen. Toen de man de weerwolf sloeg, werd hij plots omringd door vele weerwolven.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
993
Broer van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Genoelselderen