Hoofdtekst
Onze kleene was een maand of drie, vier oud. ‘k Ging naar de winkel. “O”, zegt dat vrouwmens, “toeg (toon) het een keer”. Onze Marie was’t. En dat kind begoste schreeuwen van est ‘t’ende (zonder ophouden) schreeuwen. De voerman voerde ons met een kleen karretje naar de paters van West-Vleteren. De pater die de deure open dei, lei zijn hand op z’n hoofdje en hij miek een kruisje. ’t Was een vrouwmens die vol droeve (stoute) manieren was, een toveresse dat ze zeien. ’t Was een toveresse. En dag en nacht schreeuwen enè.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een kindje van drie of vier maanden oud huilde de hele tijd nadat de moeder het had laten zien aan een winkelierster. De moeder ging met haar kind naar de paters van Westvleteren, die een kruisteken maakten op het voorhoofd van een kind. Het kindje was betoverd door de winkelierster.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (franse grens)
210
memoraat
Naam Overig in Tekst
Westvleteren (paters van)   
paters van West-Vleteren   
Naam Locatie in Tekst
Beveren   
Plaats van Handelen
Westvleteren