Hoofdtekst
Beschrijving
Om middernacht stierven op een boerderij in Kerkom alle koeien. De knechten en meiden geloofden dat de zaak met toverij te maken had en lieten de stal door een pater overlezen. De pater zei dat hij de schuldige kende en dat hij die persoon kon laten verschijnen, maar de mensen wilden dat niet. Daarna zijn op de boerderij geen vreemde dingen meer gebeurd.
Bron
V. Michiels-Lecock, Leuven, 1973
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (tienen)
3a
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kerkom   
Plaats van Handelen
Kerkom