Hoofdtekst
I -En van een vuurbol, hebt ge dat nooit niet gezien, zo’n grote bol vuur die door de lucht vliegt.27 -Dat is de donder zeker?II -De bliksem?I -Nee, maar zo een bol meer zo, hebt gij dat nooit gezien of ervan gehoord dat de mensen ervan?27 -Over zoveel jaar?I -Ja.27 E -Ah, vaneigens, als er een vlieger door ‘t geluchte reed, hebben ze licht op die flikkert, ah ja, maar ja, daar waren ze ook schou (bang) van.I -En wat zeiden ze daar dan van?27 -Ze ôn (hadden) een vuurbol gezien, want die reed zo hé (algemeen gelach). Ah, die reed zo hé.II -Ah, ja, dat flikkert, ‘t is nu nog hé. Wij weten dat nu.
Beschrijving
Als de mensen de verlichting van een vliegtuig in de lucht zagen, geloofden ze dat daar een vuurbol vloog.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
27E
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Grotenberge