Hoofdtekst
17.4 Ja, dan had je de avond voor Allerheiligen, dat was vooral in het Begijnhof dat de kinderen suikerbieten uitholden. Een paar oren en een mond in gemaakt, en een kaarsje erin. En dan zongen ze: Kaarsje voor een centje, tiderara, tideraraKaarsje voor een centje, tiderara…Maar dat vond je vooral rond de Begijnhofkerk, want daar was een avonddienst. In het Begijnhof; daar kwam veel volk naartoe. En daar profiteerden ze ook van. En dan gingen ze erna ook links en rechts naar de huizen toe.
Beschrijving
De kinderen die op het begijnhof woonden, trokken op de avond vóór Allerheiligen met uitgeholde suikerbieten en een kaarsje door de straten terwijl ze zongen: "Kaarsje voor een centje, tiderara, tiderara, kaarsje voor een centje, tiderara..."
Bron
E. Meeus, Leuven, 1985
Commentaar
limburgs (tongeren)
17.4
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Allerheiligen   
Naam Locatie in Tekst
Tongeren