Hoofdtekst
’t Wos dor ne Duutsche schaper die wrochte bij ne boer. En dienen boer had e koeiwachter. En diene Duutsche schaper hadde boeken bij die boer. En diene koeiwachter hadde an die boeken gerocht van die Duutsche schaper. En diene koeiwachter las in diene boek. En binst datten in dien boek las, j’ontbood ol de duvels. En o diene Duutsche schaper ’s avonds thuuskaam met zijn schapen, heel dat hof vloog vul duvels. En zegt diene Duutsche schaper tegen diene boer: "De koeiwachter ee zeker in mijn boeken gelezen?" En die koeiwachter zegt van ja. Binst datten in dien boek las, j’ontbood ol de duvels. En diene boer moste van dien schaper twee zakken lijnzaad in èn hoetvumme gieten en die duvels mosten dat ollemale uutrapen. En tegen dat ze gedon an, z’an mor elk intje.
Onderwerp
SINSAG 0751 - Der Zauberlehrling.   
Beschrijving
Op een boerderij werkte een Duitse schaper die boeken bezat. Op een dag had de koewachter in de boeken van de schaper gelezen, waardoor de boerderij even later vol duivels zat. Toen de Duitse schaper 's avonds thuiskwam en zag wat er aan de hand was, sprak hij tot de boer: "De koewachter heeft zeker in mijn boeken gelezen? Je moet twee zakken lijnzaad in een houtmijt gieten". Vervolgens moesten de duivels alle korrels uit de houtmijt halen. Voor elke duivel was er maar één korreltje.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
204W
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Oostnieuwkerke