Hoofdtekst
G: Ja, en hoe zit dat dan precies met de relatie tussen de duivel dan en, of het nu waar is of niet, en de heksen?O: Kijk, die relatie zou ik dan, als die bestaat, ik heb daar zware twijfels over, maar als die bestaat, veronderstel, die vrouw, als er dan eens ergens vuur was, dan was die dat geweest. Kijk, de relatie was dan de volgende: de duivel schenkt dan kracht, slechte kracht aan een bepaalde persoon, die misbruik kan maken van die kracht, qua ziekte, qua branden, weet ik wat, om zo de mensen kwaad te doen. Ik denk dat dat de relatie is die toch in de volksmond aanvaard werd.G: En was dat gewoon omdat de duivel slechte dingen wou doen, dat die (daarom) pionnen zou gehad hebben, of waarom gaf hij die kracht?O: Ja, de duivel, in zo ver ik hem bestudeerd heb, vanuit het evangelie, dat is dé boosdoener bij uitstek. Zoals Christus dé Goede is, zo is de duivel zijn tegenstander. De tegenstander die maar één object heeft: aan de mensen, aan de wereld zoveel mogelijk kwaad berokkenen. En het Goede dat Jezus wil doen aan ons mensen dat is ons zalig maken. Dus ons helpen de eeuwige zaligheid bereiken en de satan wil het tegenovergestelde: ons weghouden uit de hemel. Dus hij wil iedereen meesleuren in zijn domein: de hel. Ziet ge? En zo probeert de duivel, met of zonder tussenkomst van heksen of spoken, in het één geval zal dat zijn met tussenkomst van (handlangers) en in het ander geval zal dat zijn zonder tussenkomst van heksen en spoken, dus tussenpersonen. Dat zijn dan een beetje de tegenhangers van de heiligen. Jezus heeft heiligen. Mensen die zijn ideaal doorgeven. Het Heilig Paterke van Hasselt, de Heilige Trudo en zo meer. En zo kan ik mij voorstellen dat de duivel ook zijn pionnen uitkiest, maar dan heeft hij mensen nodig die op basis van vrijwillige medewerking zijn idealen uitvoeren. G: Ja.O: Zo zie ik het. G: Dat houdt wel steek natuurlijk. O: Ik probeer daar ook voor zo ver mogelijk een redelijkheid in te bewaren. Van niet zomaar in de fantasie terecht te komen. G: Ja.
Beschrijving
Jezus wil de mensen helpen om de eeuwige zaligheid te bereiken, terwijl de duivel het tegenovergestelde wil en de mensen naar de hel wil sleuren. Net zoals Jezus bij het bereiken van zijn ideaal geholpen wordt door heiligen, probeert ook de duivel mensen vrijwillig voor hem te laten werken. Soms ging de duivel tewerk via tussenpersonen zoals heksen en spoken.
Bron
G. Verdickt, Leuven, 2002
Commentaar
3.1 Duivels
limburgs (zuiden)
B8
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Jezus   
Naam Locatie in Tekst
Borgloon